Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [30]Maar zo niet, u zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden. 30. Indien het onzen God niet belieft ons te verlossen, zo zullen wij evenwel deze afgoderij niet begaan, ja zelfs niet met het uiterlijk gelaat; liever willen wij sterven.